Na de evaluatie van de pandemie en haar impact op de verschillende landen en het schaatsseizoen, nam de ISU gisteren enkele beslissingen over het verdere verloop van het competitieseizoen 2020-2021.
Ten eerste gaf de ISU begin november al goedkeuring om een schaatsbubbel in Heerenveen, Nederland te organiseren. Op die manier blijven de langebaanschaatsers voor een langere periode op dezelfde plaats en kunnen ze op een veilige manier zoveel mogelijk grote internationale wedstrijden schaatsen. Zo opent het seizoen met het EK Allround & Sprint van 16 tot 17 januari 2021, gevolgd door twee wereldbekerwedstrijden van 22 tot 24 januari, en van 29 tot 31 januari. De wereldbeker die gepland stond van 17 tot 18 februari in Changchun, China, en de wereldbekerfinale in Heerenveen van 6 tot 7 maart, worden geannuleerd.
Daarnaast verhuist ook het WK Afstanden van 11 tot 14 februari naar Thialf. Oorspronkelijk gold dit als een Olympisch testevenement op de ijsbaan van Peking, maar in een vorige statement van de ISU werd dit geannuleerd. De verhuis naar Heerenveen betekent ook dat de internationale toppers langer in de schaatsbubbel in Heerenveen kunnen blijven en op die manier de kans op besmetting verkleinen.
Met dezelfde gedachte verhuist ook het WK shorttrack van de Ahoy in Rotterdam naar Dordrecht, aangezien er vermoedelijk geen publiek welkom zal zijn tijdens het kampioenschap. Verder wordt het WK een week vroeger ingepland, van 5 tot 6 maart. Op die manier volgt het WK meteen op de twee wereldbekerwedstrijden in Duitsland die van 19 tot 21 februari, en van 26 tot 28 februari ingepland staan. Zo kunnen de nationale teams rechtstreeks doorreizen naar de Sportboulevard in Nederland, wat vooral goed uitkomt voor de landen die van ver moeten komen.
AD
Foto: Peter Wesseling