Sinds kort kan Tineke den Dulk (23, IRTA) zich officieel Belg noemen. De voormalig Nederlandse komt oorspronkelijk uit Leeuwarden en trainde lange tijd mee met RTC Noord in Heerenveen, dat nu onder de naam KNSB Talent Team verdergaat. De Friezin maakte nooit deel uit van het Nederlands nationaal team, maar werd wel enkele keren geselecteerd om zich bij het team te voegen voor twee Europese Kampioenschappen en een aantal World Cups. Met de aflossingsploeg behaalde Tineke in 2019 nog Europees goud. Nu woont en traint ze al een jaar in Hasselt met het Belgisch nationaal team onder leiding van Steven Peeters.
Wat was de doorslaggevende factor om voor België te kiezen?
Ik wilde graag voor een ander land schaatsen en Hanne Desmet, die in Heerenveen traint en dit had opgevangen, vroeg mij of ik voor België kwam schaatsen. Die vraag bleef ze maar stellen en haar broer Stijn ging daarin mee. Na enkele gesprekken met bondscoach Pieter Gysel en daarna ook met de voorzitter van de KBSF, Corné Lepoeter, ben ik het serieuzer gaan bekijken om te zien of het allemaal mogelijk was. Daarna heb ik samengezeten met mijn ouders en we hebben toen besloten dat het een haalbaar idee is, met een leuk team die mooie mogelijkheden biedt.
Je traint hier nu al een jaar. Hoe bevalt het je hier en waar heb je het meest aan moeten wennen?
Het bevalt me hier heel goed. Ik heb het heel erg naar mijn zin en voel me thuis in het team! In het begin moest ik vooral wennen aan het aantal ijsuren, omdat dat veel meer is dan ik in Nederland had. Daarnaast moet ik toch ook wel vooral aan de taal wennen. Ook al lijkt het op het Nederlands, Vlaams is toch soms niet makkelijk te begrijpen.
Wat mis je het meest uit Nederland?
Ik mis vooral mijn familie en vrienden. Zeker nu met de COVID-situatie is het niet makkelijk om zomaar even naar huis te gaan.
Wat zijn je ambities?
Mijn ambities zijn om me individueel en met het mixed relayteam te plaatsen voor de Olympische Spelen volgend jaar. Daarnaast wil ik komend seizoen alle wereldbekers, het EK en het WK schaatsen. Daar wil ik het hoofdprogramma halen en het liefst ook een paar finales. Ik kijk erg uit naar volgend seizoen, wanneer de COVID-situatie hopelijk iets meer onder controle is en alle wedstrijden weer mogelijk zijn.
AD
Foto: Rino Vanhooren