Sinds maandag 13 juli kan de Belgische nationale shorttrackselectie opnieuw in Hasselt terecht om er hun dagelijkse ijstrainingen af te werken. Op zich is dat niets nieuws in vergelijking met andere jaren, maar in normale omstandigheden gaat de ijsbaan pas in september open. Dit seizoen werkten Sport Vlaanderen Hasselt, de KBSF en de Vlaamse Schaatsunie (VLSU) samen om de Belgische schaatsers (shorttrackers en kunstschaatsers) vervroegd op hun vertrouwde ijsbaan te kunnen laten trainen, rekening houdend met de huidige coronamaatregelen. Omdat het om een primeur op Belgische bodem gaat, was ook de nationale pers maandag aanwezig. Op Sporza kan je het
interview met topsportdirecteur van de VLSU Jeroen Straathof herbekijken.
De eerste week verliep al uitstekend. Bij het binnenkomen via de clubingang worden de handen eerst ontsmet, daarna volgen de atleten de pijlen op de grond naar hun toegewezen ‘bubbel’ of kleedkamer. Ze hebben zelfs hun eigen toegangspoortje om het ijs te betreden. Aangezien er nog geen publieke beurten georganiseerd worden en de bubbel volledig afgeschermd is van de kleedkamer van de kunstschaatsers, kan er nauwelijks contact tussen beide groepen plaatsvinden. Daarnaast moeten de schaatsers voor de training ook buiten opwarmen, om op die manier zo veel mogelijk afstand te bewaren en eventuele besmetting te voorkomen.
Maandagmorgen om 8u30 was de nationale shorttrackploeg, aangevuld met een aantal talentvolle schaatsers, de eerste om het ijs te betreden. De verse laag bewees meteen al vrij goed te liggen, of de atleten schijnen al vrij goed in vorm te zijn. Desalniettemin werden de matten meteen getest. De kunstschaatsers nemen daarna de middaguren in beslag en vanaf 16u kunnen de shorttrackers weer rondjes schaatsen. Op maandagavond kan de shorttrackclub van Hasselt (YDS) dan weer hun schaatsers op het ijs loslaten. In totaal stonden de shorttrackers acht keer op het ijs in vijf dagen, wat goed is voor ongeveer zestien uur training. Op dagen wanneer ze slechts één keer schaatsen, wordt de middag opgevuld met een fietsrit op de mountainbike of de koersfiets. De eerste (en ondertussen ook tweede) trainingsweek zit er al op, maar er komen nog vele weken aan waarin de Belgische atleten zich kunnen voorbereiden op de eerste wedstrijden van het seizoen. Voorlopig staan enkel de eerste vier wereldbekers (begin november in Canada, midden december in Zuid-Korea en China) onder voorbehoud op de kalender. De ISU zal op 31 augustus definitief beslissen over het verloop van die internationale wedstrijden. Verder staat ook het Europees Kampioenschap in januari in Gdansk (Polen) gepland, eind januari valt het WK voor junioren in Salt Lake City (VS) en midden maart wordt het Wereldkampioenschap georganiseerd in Ahoy (Rotterdam, Nederland).
AD